Warming-up

We gaan 11 maart beginnen.

Kan je niet wachten? Doe dan vast een warming-up. 

opdracht 3

Test wat jij al weet over energie!

Ben jij al een echte SlimmeRik? Doe de quiz! In de vragen staan ook woorden die iets met energie te maken hebben. Weet je niet wat ze betekenen? In Rikkie’s EnergieWoordenboek (onder de quiz) vind je uitleg van deze woorden.

Rikkie's Energie-Woordenboek

  • Besparen (van energie): minder energie gebruiken. Een ander voorbeeld van besparen: het besparen van geld betekent dat je minder geld uitgeeft.
  • Broeikasgas: stoffen in de lucht die de aarde warmer maken dan goed voor ons is. 
  • C02: een belangrijk broeikasgas dat ervoor zorgt dat de aarde te veel opwarmt. 
  • Duurzaamheid: het goed zorgen voor onze aarde zodat deze gezond en mooi blijft voor onszelf en toekomstige generaties.
  • Duurzame energiebron: vorm van energie die nooit opraakt en de aarde niet vervuilt. Voorbeelden hiervan zijn zonne-energie en windenergie.
  • Energie: een soort superkracht die zorgt voor warmte, licht, of beweging. 
  • Elektriciteit: een vorm van energie die apparaten (zoals computers en lampen) laat werken.
  • Gas: een kleurloze, onzichtbare stof die zorgt voor warmte. Met gas kan je bijvoorbeeld koken of het huis opwarmen.
  • Groene energie: energie uit duurzame energiebronnen, dus dat betekent dat je niet iets van de natuur hoeft af te pakken.
  • Klimaat: het weer in een gebied over een lange tijd (dertig jaar).
  • Milieu: de natuur. De omgeving waarin mensen, planten en dieren leven.
  • Stroom: een ander woord voor elektriciteit. 
  • Windmolen: een molen die wind opvangt en deze verandert in energie. Dit wordt windenergie genoemd.
  • Zonnepaneel: een soort spiegel op het dak van huizen die zonlicht opvangt en dit in energie verandert. Deze energie kan dan weer thuis gebruikt worden om bijvoorbeeld TV te kijken. Deze energie wordt zonne-energie genoemd. 

 

Ken jij nog meer moeilijke energiewoorden? Laat het Rikkie weten via WhatsApp!

alle opdrachten in dit thema